Hallootjes :)
Als jullie het leuk vinden wil ik hier graag wat verhaaltjes posten. De verhaaltjes worden ook wel ‘kippensoep voor de ziel’ genoemd. Wat houdt het in?
Het is een verhaal met een belangrijk moraal. Een wijze les, zegmaar.
Zou het leuk vinden als jullie ook nog wat verhaaltjes kennen en posten :) En als jullie dit maar 10Ã niks vinden moet je het ook zeggen, dan kap ik dr mee ;)
xx
De vlinder.
Een man vindt een cocon van een vlinder en neemt deze mee naar huis. Op een dag verschijnt er een kleine opening in de cocon. De man kijkt een paar uur toe hoe de vlinder worstelt om zich door de kleine opening naar buiten te werken.
Het lijkt erop dat het proces niet langer meer vooruit gaat. Het ziet ernaar uit dat de vlinder zover gekomen is als hij kan en niet meer verder komt. Dus besluit de man de vlinder te helpen. Hij neemt een schaar en knipt de rest van de cocon open. De vlinder kan zich nu vrij eenvoudig losmaken.
Maar de vlinder heeft een gezwollen lichaam en verfrommelde vleugels. De man verwacht dat de vlinder elk moment zijn vleugels zal uitslaan en het lichaam daarmee ondersteunt. Maar dat gebeurt niet. De vlinder besteedt de rest van zijn leven aan rondkruipen met een gezwollen lichaam en verfrommelde vleugels. De vlinder is nooit in staat te vliegen.
Wat de man in al zijn goedheid niet begreep was dat de krappe cocon en de worsteling die nodig was om door de opening te kruipen de manier was om de lichaamsvloeistof van de vlinder in de vleugels te pompen zodat de vlinder klaar zou zijn te vliegen als het de vrijheid had bereikt uit de cocon.
Soms zijn worstelingen exact wat we nodig hebben in het leven. Als we onszelf toe zouden staan zonder obstakels door het leven te gaan, zouden we invalide zijn. We zouden nooit zo sterk worden als wat we kunnen zijn.
We zouden nooit kunnen vliegen.
Woorden in het zand.
Twee vrienden lopen in de woestijn. Op een gegeven moment krijgen ze ruzie en de ene vriend slaat de ander in zijn gezicht. De vriend die wordt geslagen wrijft over zijn gezicht, gaat zitten en schrijft in het zand:
‘Vandaag sloeg mijn beste vriend mij in mijn gezicht.’
Gezamenlijk lopen ze verder. Na een uur komen ze bij een oase. De vrienden lessen hun dorst en nemen een bad in het verkoelende water. Als hij weer uit het water wil stappen, raakt de vriend die eerder geslagen werd in het drijfzand. Zijn vriend snelt toe en redt hem van de verdrinkingsdood. Nadat hij hersteld is van de wisse dood die hij voor zich zag, schrijft de vriend op een steen:
‘Vandaag heeft mijn beste vriend mijn leven gered.’
De ander ziet wat zijn vriend aan het doen is en vraagt verbaasd: “Nadat ik je sloeg schreef je in het zand. Nu ik je gered heb, schrijf je op steen. Waarom doe je dat?”
De vriend antwoordt: “Wanneer iemand je kwetst en je schrijft het in zand, dan zal de wind van vergeving het uitwissen. Als iemand iets goeds voor je doet, zou je het in steen moeten schrijven. De wind kan het dan nooit uitwissen.”
De moraal van het verhaal: leer je pijn in het zand te schrijven en beitel de mooie dingen in je leven in steen.
xx
Whii :D:P
Het verhaal van verdriet en hoop
Er was eens een kleine vrouw die langs een stoffige veldweg kwam. Ze was wel al tamelijk oud maar haar loop was licht en haar lachen, had de frisse glans van een onbezorgd meisje. Bij een inééngekrompen gedaante bleef ze staan en keek naar beneden . Ze kon niet veel herkennen. Het wezen dat daar in het stof op de weg zat leek bijna figuurloos. Het deed haar denken aan een grauwe flanellen deken met menselijke vormen. Ze bukte zich en vroeg “Wie ben jij?”
Twee bijna levenloze ogen keken moe ophoog. “Ik? Ik ben het Verdriet.” Fluisterende een stem stamelend en zo zacht dat ze het bijna niet kon horen. “Och, het Verdriet! “, riep de kleine vrouw blij alsof ze een oude bekende begroette. “Je kent mij?” vroeg het Verdriet wantrouwend. “Natuurlijk ken ik jou. Steeds weer heb je mij een stuk weg begeleid”. “Ja maar, stotterde het Verdriet, Waarom vlucht je dan niet voor mij?” “Waarom zou ik voor je vluchten, mijn liefje? Je weet toch zelf maar al te goed dat je elke vluchteling inhaalt. Maar wat ik je wilde vragen, waarom zie je er zo moedeloos uit?’ “Ik… Ik ben verdrietig” antwoordde de grauwe gedaante met gebroken stem. De kleine oude vrouw ging naast haar zitten. “Je bent dus verdrietig” zei ze en knikte vol begrip met haar hoofd. “Vertel me eens wat jou zo bedrukt.”
Het Verdriet zuchtte diep. Zou dit keer echt iemand luisteren? Dat had ze zich al zo vaak gewenst. “Ach, weet je, begon ze voorzichtig, het is zo. Niemand mag mij. Het is nu eenmaal mijn bestemming om onder de mensen te gaan en een tijdje bij ze te blijven. Maar als ik kom schrikken ze terug. Ze zijn bang voor mij en mijden me als de pest.”.
Het Verdriet slikte hard. “Ze hebben spreekwoorden uitgevonden met welke ze me willen verbannen. Ze zeggen “Ach, het leven is een groot feest”. En hun valse lachen leidt tot maagkrampen en ademnood. Ze zeggen “Geërgerd is datgene wat hard maakt”. En dan krijgen ze hartpijnen. Ze zeggen “Je moet je maar bij elkaar houden” En ze voelen het getrek in de schouders en de rug. Ze zeggen dat alleen zwakkelingen huilen. En de opgekropte tranen doen hun hoofd bijna uit elkaar springen. Of ze verdoven zich met alcohol of drugs opdat ze mij maar niet hoeven voelen.”
“Och ja, bevestigde de vrouw, zulke mensen ben ik al vaker tegen gekomen.’! Het Verdriet zakte nog verder in elkaar.”En dat terwijl ik alleen maar de mensen wil helpen. Als ik heel dicht bij ze ben kunnen ze zich zelf ontmoeten. Ik help hen een nest te bouwen waar ze hun wonden in kunnen verzorgen.” Wie verdrietig is heeft een erg dunne huid. Het leed breekt weer op als een slecht genezen wond en dat doet pijn. Maar alleen wie het Verdriet toe laat en alle ongehuilde tranen huilt, kan zijn wonden werkelijk genezen. Maar de mensen willen helemaal niet dat ik ze help. In plaats daarvan schminken ze een schelle lach over hun littekens. Of ze leggen een dik pantser over hun bitterheid heen.” Het Verdriet zweeg.
Haar huilen was eerst zwak, toen sterker en tenslotte erg vertwijfeld. De kleine, oude vrouw nam de in elkaar gedoken gedaante troostend in haar armen. Wat voelt ze warm en zacht aan, dacht ze en streelde zachtjes het bevende hoopje. “Huil maar, verdriet” fluisterde ze liefdevol. “Rust maar uit zodat je weer nieuwe krachten krijgt. Vanaf nu zal je niet meer alleen zijn. Ik zal je begeleiden zodat de moedeloosheid niet meer aan de macht is.” Het Verdriet stopte met huilen. Ze ging rechtop zitten en bekeek haar nieuwe met gezellin verbaasd aan. “Maar .. …maar.. wie ben jij eigenlijk?” “Ik?”, vroeg de kleine oude vrouw grijzend, maar daarna lachte ze weer onbezorgd als een jong meisje, “Ik? ,ik ben de Hoop.”
Bedankt voor jullie leuke reacties :D
Deze kennen sommigen van jullie denk ik wel ;)
In China leefde eens een steenhouwer die ontevreden was. Op een dag kwam de steenhouwer langs het prachtige huis van een rijk man.
“Deze man moet enorm machtig zijn. Ik zou wensen dat ik kon zijn als hem”, dacht de steenhouwer.
De steenhouwer werd de rijke man. Hij bezat meer rijkdom dan hij ooit had kunnen dromen. Maar al snel kwam er een hoge regeringsbeambte op bezoek, vergezeld door bedienden en geescorteerd door soldaten. Iedereen, rijk of arm, moest een diepe buiging maken voor de stoet.
“Wat is die man machtig”, dacht de steenhouwer. “Ik zou willen dat ik die beambte kon zijn.”
De steenhouwer werd de beambte. Hij werd rondgedragen in zijn draagstoel, gehaat door de mensen die voor hem moesten buigen en gevreesd vanwege zijn macht.
Het was een hete zomerdag en de steenhouwer voelde zich benauwd in zijn draagstoel. Hij keek op naar de brandende zon en dacht:
“Wat is de zon toch machtig. Ik zou willen dat ik de zon was.”
De steenhouwer werd de zon. Hij scheen onbarmhartig over het land, verschroeide akkers en scheen neer op alle mensen. Maar een enorme wolk schoof tussen de zon en de aarde zodat zijn licht het land en de mensen niet meer raakte.
“Wat is die regenwolk machtig”, dacht de steenhouwer. “Ik wilde maar dat ik die wolk was.”
De steenhouwer werd de regenwolk. Hij overstroomde de akkers en de dorpen. Al snel merkte hij echter dat hij werd weggeduwd door de wind.
“Wat is die machtig. Ik wou dat ik de wind kon zijn”, dacht de steenhouwer.
En hij werd de wind. Hij ontwortelde bomen, blies de pannen van het dak en werd gevreesd door iedereen. Maar na een tijdje stuitte hij op iets dat niet meegaf: het was een grote steen, die boven alles uittorende.
“Wat is die steen machtig”, dacht hij. “Ik wilde maar dat ik die steen was.”
En toen werd hij de steen. Machtiger dan al het andere op de wereld. Tot hij het geluid hoorde van een hamer en een beitel die in de massieve steen stond te hakken.
“Wat zou er nou machtiger kunnen zijn dan ik?”, dacht hij.
Hij keek omlaag en zag daar de gedaante van een steenhouwer.
“Dit is goed!”
In Afrika leefde eens een koning. Al vanaf zijn kindertijd had hij een goede vriend. Die had de eigenschap om alle goede en slechte dingen die hij in zijn leven meemaakte te voorzien van het commentaar: “Dit is goed!”
Op een dag waren de koning en zijn vriend op jacht. De vriend laadde de geweren voor de koning, en de koning schoot op het wild. Bij het laden van de geweren ging wat mis, want toen de koning het geweer aanpakte, schoot hij zijn eigen duim eraf.
De vriend bekeek de duim van de koning eens goed en gaf zijn oordeel: “Dit is goed!” “Nee! Dit is helemaal niet goed”, antwoordde de koning en voor straf stuurde hij zijn vriend naar de gevangenis.
Ongeveer een jaar later was de koning weer op jacht. Tot zijn ontzetting werd hij op een gegeven moment omsingeld door een stam kannibalen. Zij namen de koning mee naar hun dorp. Daar bonden ze hem vast op een vuurstapel. Toen viel het een van de kannibalen op dat de koning een duim miste. Bijgelovig als ze waren, aten de kannibalen geen mensen die een ledemaat misten. De koning werd vrijgelaten en weggestuurd.
Thuisgekomen spoedde de koning zich meteen naar de cel van zijn vriend in de koninklijke kerkers. “Je had gelijk. Het was goed dat mijn duim eraf werd geknald.”
De koning vertelde de vriend wat hij zojuist had meegemaakt. “Dus nu wil ik jou nederig mijn verontschuldigingen aanbieden omdat ik je zo lang heb laten opsluiten. Het was fout om dat te doen.”
“Nee nee, integendeel”, antwoordde de vriend. “Het is goed!”
“Man, hoe kun je dat nou zeggen?”, brieste de koning. “Hoe kan het nou goed zijn dat je een jaar in de gevangenis hebt gezeten?”
“Nou”, antwoordde de vriend. “Als ik niet in de gevangenis had gezeten, dan was ik bij jou geweest.”
Goh Isabeau, stiekemerd :P
De meester en zijn stenen
Een leraar stond voor zijn klas
Er stonden allerlei dingen voor hem op z’n bureau.
Toen het lesuur begon, pakte hij zonder woorden een grote,
Lege mayonaisepot en deed hem vol met golfballetjes.
En toen de pot gevuld was, vroeg hij de jongeren of de pot vol was.
Ze zeiden: Ja.
Toen pakte de leraar een doos met kleine kiezelsteentjes
En goot die uit in de pot.
Hij schudde de pot een beetje, en de kiezelsteentjes rolden in de
open plekjes tussen de golfballetjes.
Toen vroeg hij zijn leerlingen opnieuw of de pot vol was
En ze beaamden het.
Nu pakte de leraar een doos met zand en goot hem uit in de pot
En natuurlijk, het zand vulde alles op.
En weer vroeg hij of de pot vol was
En weer zeiden ze: Ja, nu is de pot vol.
Daarop nam de leraar twee blikjes bier van de tafel,
Maakte ze open en goot ze leeg in de pot.
En het bier vulde de ruimte tussen de zandkorrels op.
De jongeren lachten.
Toen het weer rustig was zei de leraar: deze pot staat voor je leven
De golfballetjes zijn de belangrijke dingen in je leven, je familie, je
Kinderen, je gezondheid, je vrienden, je grootste hobby.
Het zijn de dingen die zo belangrijk voor je zijn dat
Wanneer al het andere in je leven er niet meer zou zijn, maar
Dit nog wel, je leven nog steeds meer dan genoeg moeite
Waard zou zijn.
De kiezelsteentjes zijn de andere dingen die toedoen, zoals je
Werk, je huis, je auto.
Het zand is al het andere, de kleine dingen.
Wanneer je het zand eerst in de pot doet, is er geen ruimte meer
Voor de kiezelsteentjes of golfballetjes.
Dit geldt ook voor je leven/
Wanneer je heel de dag al je tijd en energie geeft aan de kleine
Dingen, zul je nooit ruimte of tijd hebben voor de dingen die echt
Belangrijk voor je zijn.
Let op de dingen die belangrijk zijn voor je geluk in je leven.
Speel met je kinderen.
Maak tijd om naar een dokter te gaan wanneer je je niet goed voelt.
Neem je partner mee uit eten.
Neem tijd voor ontspanning.
Maak tijd voor je vrienden.
Er zal altijd tijd zijn om je huis te poetsen, of om boodschappen te doen.
Zorg eerst voor de golfballetjes, voor de dingen die er echt toe doen.
Stel je prioriteiten, de rest is zand.
Toen hij uitgesproken was bleef het een poosje stil.
Toen stak een van de leerlingen haar hand op en vroeg waar het bier
Voor stond.
De leraar glimlachte. Ik ben blij dat je dit vraagt.
Het laat zien dat hoe vol je leven ook lijkt te zitten,
Er altijd ruimte is voor een paar biertjes.
Leuke verhaaltjes! :)