Éen verkeerde spreuk, één verkeerde keuze, en de wereld zou in mijn handen liggen. Niet bepaald wat ik wou. Het sloeg allemaal nergens op, vond ik. Tot die ene droom. Ik droomde levensecht, ik kon alles ruiken, zien en voelen, eigenlijk de realtiteit maar een andere wereld. Alsof ik even uit mijn eigen kleine wereldje stapte, en een andere indook. Ik droomde dat ik door de bergen liep. Het was een stormachtig weer, maar ik moest voor het einde van de dag op de top van de berg zijn. Het was een zware tocht, en naarmate ik meer naar boven liep, hoe kouder ik het kreeg. Ik kwam boven op de berg aan, maar er was niemand. Het was helemaal leeg. De grond begon te schudden, en de berg waar ik op stond begon te groeien. Zo snel, dat ik met mijn hoofd in de hemel zat, zo ongeveer. Ineens verdween de berg, en ik zweefde door het heelal. Plotseling belandde ik in een ruimte vol kleuren en vormen. Ze liepen allemaal in elkaar over, als een grote diavoorstelling. Er verscheen een masker, met een kwaadaardige uitstraling. Hij was van plan me iets te geven, iets ronds, iets doorzichtigs. “Nee!”, riep ik. Een zwarte schim vervaagde alle kleuren, en grisde de gift van het masker weg.
Toen werd ik wakker. Ik keek naast me hoe laat het was. En daar lag hij. De gift van het masker.
Ik wil graag jullie mening horen hierover, ik zou willen weten wat ik beter kan doen, dus tips zijn welkom ;)
Daniella.