Femme logo

Home / Forums / Archief / Enquête voor school!

Enquête voor school!

  • aangemaakt
    21 jan 2011
  • laatste reactie
    4 okt 2012
  • 22
    reacties
  • 22
    gebruikers
  • Origineel gepost door Au3drey
    Meest gepost door VampireQueen
    Laatste bericht van VampireQueen
Archief
  • Aanmaker
    Onderwerp

  • Au3drey
    Bijdrager
    Au3drey
    Reageer

    Hallo, ik heb een opdracht voor school: ik en 2 andere moeten een jongeren krantje maken.
    Hierin moet ook een enquête verwerkt worden en die moet representatief zijn.
    Aan mij de vraag of jullie deze alsjeblieft even (1 minuutje) willen invullen?
    De lijst kopiëren en vervolgens de meerkeuze antwoorden verwijderen en daar je letter bij schrijven is goed, maar alleen een rijtje met letters mag ook.
    ALLEEN MEIDEN *O*
    Staan meiden van nu positief in het leven?

    1. Hoe oud ben je?

    2. Denk je vaak aan de toekomst?
    —-a. Nee, ik denk nooit aan de toekomst
    —-b. Ja, soms maar meestal niet
    —-c. Ja, elke dag

    3. Weet je al wat je later wil gaan doen of wilt bereiken?
    —-a. Nee, ik heb nog helemaal geen idee
    —-b. Ja, een beetje maar dat is nog niet definitief
    —-c. Ja, ik weet al helemaal wat ik wil gaan doen (werken in een familiebedrijf,
    doorgaan in je sport/muziekinstrument enzovoorts.)

    4. Als je aan de toekomst denkt, wat zie je dan voor je?
    —-a. Groot gezin, man/vriend die werkt en ik in het huishouden
    —-b. Gemiddeld gezin, mijn man/vriend en ik allebei aan het werk
    —-c. Ik, een vrijgezelle hardwerkende vrouw met een carrière
    —-d. Ik met mijn vriend/man zonder kinderen en allebei aan het werk

    5. Vind jij van jezelf dat je positief over de toekomst denkt?
    —-a. Nee, integendeel. Ik word een beetje bang als ik eraan denk
    —-b. Ik ben niet positief en niet negatief: ik zie wel hoe het loopt
    —-c. Ja, ik ben positief over de toekomst en denk dat ik later heel gelukkig ben

    6. Heb je in de toekomst een baan die je leuk vind of een baan die je alleen doet voor het geld?
    —-a. Ik ben er van overtuigd dat ik later alleen een baan neem die ik leuk vind.
    —-b. Ik heb later een baan die ik leuk vind én goed verdient
    —-c. Ik heb later een baan alleen voor het geld

    7. Waar woon jij in de toekomst?
    —-a. Nog steeds in het dorp/stad waar ik nu woon
    —-b. Nog steeds in nederland maar een andere stad.
    —-c. Ik woon ik het buitenland.
    —-d. Ik weet niet ik zie het dan wel.

    8. Hoe leef jij in de toekomst
    —-a. Ik heb later mijn eigen stijl.
    —-b. Ik leef zoals mijn moeder nu leeft.
    —-c. Ik pas me aan aan mijn partner.

    9. Zie jij je moeder als je voorbeel in je leven.
    —-a. Zij is een geweldige vrouw maar ik doe het anders.
    —-b. Ik voed mijn kinderen op zo als mijn moeder dat met mij deed.
    —-c. Ik zie mijn moeder niet als mijn voorbeeld.

  • Sanne33
    Reageer

    1. Hoe oud ben je?
    16 Jaar

    2. Denk je vaak aan de toekomst?
    —-b. Ja, soms maar meestal niet

    3. Weet je al wat je later wil gaan doen of wilt bereiken?
    —-c. Ja, ik weet al helemaal wat ik wil gaan doen (werken in een familiebedrijf,
    doorgaan in je sport/muziekinstrument enzovoorts.)

    4. Als je aan de toekomst denkt, wat zie je dan voor je?
    —-b. Gemiddeld gezin, mijn man/vriend en ik allebei aan het werk

    5. Vind jij van jezelf dat je positief over de toekomst denkt?
    —-c. Ja, ik ben positief over de toekomst en denk dat ik later heel gelukkig ben

    6. Heb je in de toekomst een baan die je leuk vind of een baan die je alleen doet voor het geld?
    —-b. Ik heb later een baan die ik leuk vind én goed verdient

    7. Waar woon jij in de toekomst?
    —-b. Nog steeds in nederland maar een andere stad.

    8. Hoe leef jij in de toekomst
    —-a. Ik heb later mijn eigen stellen.

    9. Zie jij je moeder als je voorbeel in je leven.
    —-a. Zij is een geweldige vrouw maar ik doe het anders.

    Au3drey
    Reageer

    hartstikke bedankt!!

    Reageer

    1. Hoe oud ben je? 16

    2. Denk je vaak aan de toekomst?
    —-b. Ja, soms maar meestal niet

    3. Weet je al wat je later wil gaan doen of wilt bereiken?
    —-c. Ja, ik weet al helemaal wat ik wil gaan doen (werken in een familiebedrijf,
    doorgaan in je sport/muziekinstrument enzovoorts.)

    4. Als je aan de toekomst denkt, wat zie je dan voor je?
    —-c. Ik, een vrijgezelle hardwerkende vrouw met een carrière

    5. Vind jij van jezelf dat je positief over de toekomst denkt?
    —-b. Ik ben niet positief en niet negatief: ik zie wel hoe het loopt

    6. Heb je in de toekomst een baan die je leuk vind of een baan die je alleen doet voor het geld?
    —-b. Ik heb later een baan die ik leuk vind én goed verdient

    7. Waar woon jij in de toekomst?
    —-a. Nog steeds in het dorp/stad waar ik nu woon

    8. Hoe leef jij in de toekomst
    —-a. Ik heb later mijn eigen stijl.

    9. Zie jij je moeder als je voorbeel in je leven.
    —-a. Zij is een geweldige vrouw maar ik doe het anders.

    loveyoumorex
    Reageer

    Staan meiden van nu positief in het leven?

    1. Hoe oud ben je? 15

    2. Denk je vaak aan de toekomst?
    —-b. Ja, soms maar meestal niet

    3. Weet je al wat je later wil gaan doen of wilt bereiken?
    —-b. Ja, een beetje maar dat is nog niet definitief

    4. Als je aan de toekomst denkt, wat zie je dan voor je?
    —-b. Gemiddeld gezin, mijn man/vriend en ik allebei aan het werk
    —-c. Ik, een vrijgezelle hardwerkende vrouw met een carrière
    beetje tussenin, zeker een man/vriend en het liefst kinderen maar ik wil ook echt wat bereiken met m’n carrière!

    5. Vind jij van jezelf dat je positief over de toekomst denkt?
    —-c. Ja, ik ben positief over de toekomst en denk dat ik later heel gelukkig ben

    6. Heb je in de toekomst een baan die je leuk vind of een baan die je alleen doet voor het geld?
    —-b. Ik heb later een baan die ik leuk vind én goed verdient

    7. Waar woon jij in de toekomst?
    —-b. Nog steeds in nederland maar een andere stad.
    —-c. Ik woon ik het buitenland.
    beide (alweer) ik wil graag een deel van m’n leven in het buitenland wonen en als ik in nederland woon wil ik zeker weg uit dit kleine dorpje hahah

    8. Hoe leef jij in de toekomst
    —-a. Ik heb later mijn eigen stijl.

    9. Zie jij je moeder als je voorbeel in je leven.
    —-a. Zij is een geweldige vrouw maar ik doe het anders.

    WhosThatChick
    Reageer

    1. Hoe oud ben je? 17

    2. Denk je vaak aan de toekomst?
    —-b. Ja, soms maar meestal niet

    3. Weet je al wat je later wil gaan doen of wilt bereiken?
    —-b. Ja, een beetje maar dat is nog niet definitief

    4. Als je aan de toekomst denkt, wat zie je dan voor je?
    —-b. Gemiddeld gezin, mijn man/vriend en ik allebei aan het werk

    5. Vind jij van jezelf dat je positief over de toekomst denkt?
    —-b. Ik ben niet positief en niet negatief: ik zie wel hoe het loopt

    6. Heb je in de toekomst een baan die je leuk vind of een baan die je alleen doet voor het geld?
    —-b. Ik heb later een baan die ik leuk vind én goed verdient

    7. Waar woon jij in de toekomst?
    —-d. Ik weet niet ik zie het dan wel.

    8. Hoe leef jij in de toekomst
    —-a. Ik heb later mijn eigen stijl.

    9. Zie jij je moeder als je voorbeel in je leven.
    —-a. Zij is een geweldige vrouw maar ik doe het anders.

    Reageer

    1. Hoe oud ben je?
    16 jaar

    2. Denk je vaak aan de toekomst?
    —-c. Ja, elke dag

    3. Weet je al wat je later wil gaan doen of wilt bereiken?
    —-c. Ja, ik weet al helemaal wat ik wil gaan doen (werken in een familiebedrijf,
    doorgaan in je sport/muziekinstrument enzovoorts.)

    4. Als je aan de toekomst denkt, wat zie je dan voor je?
    —-b. Gemiddeld gezin, mijn man/vriend en ik allebei aan het werk

    5. Vind jij van jezelf dat je positief over de toekomst denkt?
    —-c. Ja, ik ben positief over de toekomst en denk dat ik later heel gelukkig ben

    6. Heb je in de toekomst een baan die je leuk vind of een baan die je alleen doet voor het geld?
    —-a. Ik ben er van overtuigd dat ik later alleen een baan neem die ik leuk vind.

    7. Waar woon jij in de toekomst?
    —-a. Nog steeds in het dorp/stad waar ik nu woon

    8. Hoe leef jij in de toekomst
    —-a. Ik heb later mijn eigen stijl.

    9. Zie jij je moeder als je voorbeel in je leven.
    —-b. Ik voed mijn kinderen op zo als mijn moeder dat met mij deed.

    Awesome_xx
    Reageer

    1. Hoe oud ben je?
    13 jaar.

    2. Denk je vaak aan de toekomst?
    —-c. Ja, elke dag

    3. Weet je al wat je later wil gaan doen of wilt bereiken?
    —-c. Ja, ik weet al helemaal wat ik wil gaan doen (werken in een familiebedrijf,
    doorgaan in je sport/muziekinstrument enzovoorts.)

    4. Als je aan de toekomst denkt, wat zie je dan voor je?
    —-d. Ik met mijn vriend/man met kinderen en allebei aan het werk

    5. Vind jij van jezelf dat je positief over de toekomst denkt?
    —-c. Ja, ik ben positief over de toekomst en denk dat ik later heel gelukkig ben

    6. Heb je in de toekomst een baan die je leuk vind of een baan die je alleen doet voor het geld?

    —-b. Ik heb later een baan die ik leuk vind én goed verdient

    7. Waar woon jij in de toekomst?
    —-c. Ik woon ik het buitenland. (Bosnië / Afganistan en ook weer een tijdje in Nederland terug.)

    8. Hoe leef jij in de toekomst
    —-b. Ik leef zoals mijn moeder nu leeft./
    —-c. Ik pas me aan aan mijn partner.

    9. Zie jij je moeder als je voorbeel in je leven.
    —-b. Ik voed mijn kinderen op zo als mijn moeder dat met mij deed.

    anneofzo
    Reageer

    1. Hoe oud ben je? 15 jaar, 9 maanden. ;p

    2. Denk je vaak aan de toekomst?
    —-b. Ja, soms maar meestal niet

    3. Weet je al wat je later wil gaan doen of wilt bereiken?
    —-b. Ja, een beetje maar dat is nog niet definitief

    4. Als je aan de toekomst denkt, wat zie je dan voor je?
    —-b. Gemiddeld gezin, mijn man/vriend en ik allebei aan het werk

    5. Vind jij van jezelf dat je positief over de toekomst denkt?
    —-b. Ik ben niet positief en niet negatief: ik zie wel hoe het loopt

    6. Heb je in de toekomst een baan die je leuk vind of een baan die je alleen doet voor het geld?
    —-a. Ik ben er van overtuigd dat ik later alleen een baan neem die ik leuk vind.

    7. Waar woon jij in de toekomst?
    —-b. Nog steeds in nederland maar een andere stad.

    8. Hoe leef jij in de toekomst
    —-a. Ik heb later mijn eigen stijl.

    9. Zie jij je moeder als je voorbeel in je leven.
    —-a. Zij is een geweldige vrouw maar ik doe het anders.

    Reageer

    1. Hoe oud ben je?
    14

    2. Denk je vaak aan de toekomst?
    —-a. Nee, ik denk nooit aan de toekomst
    —-b. Ja, soms maar meestal niet
    —-c. Ja, elke dag

    3. Weet je al wat je later wil gaan doen of wilt bereiken?
    —-a. Nee, ik heb nog helemaal geen idee
    —-b. Ja, een beetje maar dat is nog niet definitief
    —-c. Ja, ik weet al helemaal wat ik wil gaan doen (werken in een familiebedrijf,
    doorgaan in je sport/muziekinstrument enzovoorts.)

    4. Als je aan de toekomst denkt, wat zie je dan voor je?
    —-a. Groot gezin, man/vriend die werkt en ik in het huishouden
    —-b. Gemiddeld gezin, mijn man/vriend en ik allebei aan het werk
    —-c. Ik, een vrijgezelle hardwerkende vrouw met een carrière
    —-d. Ik met mijn vriend/man zonder kinderen en allebei aan het werk

    5. Vind jij van jezelf dat je positief over de toekomst denkt?
    —-a. Nee, integendeel. Ik word een beetje bang als ik eraan denk
    —-b. Ik ben niet positief en niet negatief: ik zie wel hoe het loopt
    —-c. Ja, ik ben positief over de toekomst en denk dat ik later heel gelukkig ben

    6. Heb je in de toekomst een baan die je leuk vind of een baan die je alleen doet voor het geld?
    —-a. Ik ben er van overtuigd dat ik later alleen een baan neem die ik leuk vind.
    —-b. Ik heb later een baan die ik leuk vind én goed verdient
    —-c. Ik heb later een baan alleen voor het geld

    7. Waar woon jij in de toekomst?
    —-a. Nog steeds in het dorp waar ik nu woon
    —-b. Nog steeds in nederland maar een andere stad.
    —-c. Ik woon ik het buitenland.
    —-d. Ik weet niet ik zie het dan wel.

    8. Hoe leef jij in de toekomst
    —-a. Ik heb later mijn eigen stijl.
    —-b. Ik leef zoals mijn moeder nu leeft.
    —-c. Ik pas me aan aan mijn partner.

    9. Zie jij je moeder als je voorbeel in je leven.
    —-a. Zij is een geweldige vrouw maar ik doe het anders.
    —-b. Ik voed mijn kinderen op zo als mijn moeder dat met mij deed.
    —-c. Ik zie mijn moeder niet als mijn voorbeeld.

    Reageer

    1. Hoe oud ben je?
    15 jaar, jongen

    2. Denk je vaak aan de toekomst?
    —-c. Ja, (meestal) elke dag

    3. Weet je al wat je later wil gaan doen of wilt bereiken?
    —-b. Ja, een beetje maar dat is nog niet definitief
    —-c. Ja, ik weet al helemaal wat ik wil gaan doen
    zit tussen deze 2 in

    4. Als je aan de toekomst denkt, wat zie je dan voor je?
    —-b. Gemiddeld gezin, mijn vrouw/vriendin en ik allebei aan het werk
    misschien alleen ik aan het werk, liefst 2 kinderen

    5. Vind jij van jezelf dat je positief over de toekomst denkt?
    —-b. Ik ben niet positief en niet negatief: ik zie wel hoe het loopt
    —-c. Ja, ik ben positief over de toekomst en denk dat ik later heel gelukkig ben
    zit tussen deze 2 in

    6. Heb je in de toekomst een baan die je leuk vind of een baan die je alleen doet voor het geld?
    —-a. Ik ben er van overtuigd dat ik later alleen een baan neem die ik leuk vind.
    —-b. Ik heb later een baan die ik leuk vind én goed verdient
    twijfel

    7. Waar woon jij in de toekomst?
    —-a. Nog steeds in het dorp/stad waar ik nu woon
    —-b. Nog steeds in nederland maar een andere stad.
    —-d. Ik weet niet ik zie het dan wel.
    twijfel

    8. Hoe leef jij in de toekomst
    —-a. Ik heb later mijn eigen stijl.
    —-c. Ik pas me aan aan mijn partner.

    9. Zie jij je moeder als je voorbeel in je leven.
    —-a. Zij is een geweldige vrouw maar ik doe het anders.
    —-b. Ik voed mijn kinderen op zo als mijn moeder dat met mij deed.

    Sophie
    Reageer

    1. Hoe oud ben je? 14

    2. Denk je vaak aan de toekomst?
    —-b. Ja, soms maar meestal niet

    3. Weet je al wat je later wil gaan doen of wilt bereiken?
    —-c. Ja, ik weet al helemaal wat ik wil gaan doen (werken in een familiebedrijf,
    doorgaan in je sport/muziekinstrument enzovoorts.)

    4. Als je aan de toekomst denkt, wat zie je dan voor je?
    —-b. Gemiddeld gezin, mijn man/vriend en ik allebei aan het werk

    5. Vind jij van jezelf dat je positief over de toekomst denkt?
    —-b. Ik ben niet positief en niet negatief: ik zie wel hoe het loopt

    6. Heb je in de toekomst een baan die je leuk vind of een baan die je alleen doet voor het geld?
    —-a. Ik ben er van overtuigd dat ik later alleen een baan neem die ik leuk vind.

    7. Waar woon jij in de toekomst?
    —-d. Ik weet niet ik zie het dan wel.

    8. Hoe leef jij in de toekomst
    —-c. Ik pas me aan aan mijn partner.

    9. Zie jij je moeder als je voordeel in je leven.
    —-b. Ik voed mijn kinderen op zo als mijn moeder dat met mij deed.

    Quinty.
    Reageer

    1. Hoe oud ben je?
    15.

    2. Denk je vaak aan de toekomst?
    —-a. Nee, ik denk nooit aan de toekomst
    —-b. Ja, soms maar meestal niet
    —-c. Ja, elke dag

    3. Weet je al wat je later wil gaan doen of wilt bereiken?
    —-a. Nee, ik heb nog helemaal geen idee
    —-b. Ja, een beetje maar dat is nog niet definitief
    —-c. Ja, ik weet al helemaal wat ik wil gaan doen (werken in een familiebedrijf,
    doorgaan in je sport/muziekinstrument enzovoorts.)

    4. Als je aan de toekomst denkt, wat zie je dan voor je?
    —-a. Groot gezin, man/vriend die werkt en ik in het huishouden
    —-b. Gemiddeld gezin, mijn man/vriend en ik allebei aan het werk
    —-c. Ik, een vrijgezelle hardwerkende vrouw met een carrière
    —-d. Ik met mijn vriend/man zonder kinderen en allebei aan het werk

    5. Vind jij van jezelf dat je positief over de toekomst denkt?
    —-a. Nee, integendeel. Ik word een beetje bang als ik eraan denk
    —-b. Ik ben niet positief en niet negatief: ik zie wel hoe het loopt
    —-c. Ja, ik ben positief over de toekomst en denk dat ik later heel gelukkig ben

    6. Heb je in de toekomst een baan die je leuk vind of een baan die je alleen doet voor het geld?
    —-a. Ik ben er van overtuigd dat ik later alleen een baan neem die ik leuk vind.
    —-b. Ik heb later een baan die ik leuk vind én goed verdient
    —-c. Ik heb later een baan alleen voor het geld

    7. Waar woon jij in de toekomst?
    —-a. Nog steeds in het dorp/stad waar ik nu woon
    —-b. Nog steeds in nederland maar een andere stad.
    —-c. Ik woon ik het buitenland.
    —-d. Ik weet niet ik zie het dan wel.

    8. Hoe leef jij in de toekomst
    —-a. Ik heb later mijn eigen stijl.
    —-b. Ik leef zoals mijn moeder nu leeft.
    —-c. Ik pas me aan aan mijn partner.

    9. Zie jij je moeder als je voorbeel in je leven.
    —-a. Zij is een geweldige vrouw maar ik doe het anders.
    —-b. Ik voed mijn kinderen op zo als mijn moeder dat met mij deed.
    —-c. Ik zie mijn moeder niet als mijn voorbeeld.

    blackberry-girl
    Reageer

    1. Hoe oud ben je?
    14 jaar

    2. Denk je vaak aan de toekomst?
    —-a. Nee, ik denk nooit aan de toekomst
    —-b. Ja, soms maar meestal niet
    —-c. Ja, elke dag

    3. Weet je al wat je later wil gaan doen of wilt bereiken?
    —-a. Nee, ik heb nog helemaal geen idee
    —-b. Ja, een beetje maar dat is nog niet definitief
    —-c. Ja, ik weet al helemaal wat ik wil gaan doen (werken in een familiebedrijf,
    doorgaan in je sport/muziekinstrument enzovoorts.)

    4. Als je aan de toekomst denkt, wat zie je dan voor je?
    —-a. Groot gezin, man/vriend die werkt en ik in het huishouden
    —-b. Gemiddeld gezin, mijn man/vriend en ik allebei aan het werk
    —-c. Ik, een vrijgezelle hardwerkende vrouw met een carrière
    —-d. Ik met mijn vriend/man zonder kinderen en allebei aan het werk

    5. Vind jij van jezelf dat je positief over de toekomst denkt?
    —-a. Nee, integendeel. Ik word een beetje bang als ik eraan denk
    —-b. Ik ben niet positief en niet negatief: ik zie wel hoe het loopt
    —-c. Ja, ik ben positief over de toekomst en denk dat ik later heel gelukkig ben

    6. Heb je in de toekomst een baan die je leuk vind of een baan die je alleen doet voor het geld?
    —-a. Ik ben er van overtuigd dat ik later alleen een baan neem die ik leuk vind.
    —-b. Ik heb later een baan die ik leuk vind en goed verdient
    —-c. Ik heb later een baan alleen voor het geld

    7. Waar woon jij in de toekomst?
    —-a. Nog steeds in het dorp/stad waar ik nu woon
    —-b. Nog steeds in nederland maar een andere stad.
    —-c. Ik woon ik het buitenland.
    —-d. Ik weet niet ik zie het dan wel.

    8. Hoe leef jij in de toekomst
    —-a. Ik heb later mijn eigen stijl.
    —-b. Ik leef zoals mijn moeder nu leeft.
    —-c. Ik pas me aan aan mijn partner.

    9. Zie jij je moeder als je voorbeel in je leven.
    —-a. Zij is een geweldige vrouw maar ik doe het anders.
    —-b. Ik voed mijn kinderen op zo als mijn moeder dat met mij deed.
    —-c. Ik zie mijn moeder niet als mijn voorbeeld

    Elinee
    Reageer

    Ik denk niet dat dit topic nog zin heeft aangezien het van 2011 is ;)

    MoonlightSky
    Reageer

    1. Hoe oud ben je? 15

    2. Denk je vaak aan de toekomst?
    —-a. Nee, ik denk nooit aan de toekomst
    —-b. Ja, soms maar meestal niet
    —-[c.] Ja, elke dag

    3. Weet je al wat je later wil gaan doen of wilt bereiken?
    —-a. Nee, ik heb nog helemaal geen idee
    —-b. Ja, een beetje maar dat is nog niet definitief
    —-[c]. Ja, ik weet al helemaal wat ik wil gaan doen (werken in een familiebedrijf,
    doorgaan in je sport/muziekinstrument enzovoorts.)

    4. Als je aan de toekomst denkt, wat zie je dan voor je?
    —-a. Groot gezin, man/vriend die werkt en ik in het huishouden
    —-[b.] Gemiddeld gezin, mijn man/vriend en ik allebei aan het werk
    —-c. Ik, een vrijgezelle hardwerkende vrouw met een carrière
    —-d. Ik met mijn vriend/man zonder kinderen en allebei aan het werk

    5. Vind jij van jezelf dat je positief over de toekomst denkt?
    —-a. Nee, integendeel. Ik word een beetje bang als ik eraan denk
    —-b. Ik ben niet positief en niet negatief: ik zie wel hoe het loopt
    —-[c.] Ja, ik ben positief over de toekomst en denk dat ik later heel gelukkig ben

    6. Heb je in de toekomst een baan die je leuk vind of een baan die je alleen doet voor het geld?
    —-[a.] Ik ben er van overtuigd dat ik later alleen een baan neem die ik leuk vind.
    —-b. Ik heb later een baan die ik leuk vind én goed verdient
    —-c. Ik heb later een baan alleen voor het geld

    7. Waar woon jij in de toekomst?
    —-a. Nog steeds in het dorp/stad waar ik nu woon
    —-[b.] Nog steeds in nederland maar een andere stad.
    —-c. Ik woon ik het buitenland.
    —-d. Ik weet niet ik zie het dan wel.

    8. Hoe leef jij in de toekomst
    —-a. Ik heb later mijn eigen stijl.
    —-b. Ik leef zoals mijn moeder nu leeft.
    —-[c.] Ik pas me aan aan mijn partner.

    9. Zie jij je moeder als je voorbeel in je leven.
    —-[a.] Zij is een geweldige vrouw maar ik doe het anders.
    —-b. Ik voed mijn kinderen op zo als mijn moeder dat met mij deed.
    —-c. Ik zie mijn moeder niet als mijn voorbeeld.

    McDreamy
    Reageer

    1. Hoe oud ben je?
    17

    2. Denk je vaak aan de toekomst?
    C. Ja, elke dag

    3. Weet je al wat je later wil gaan doen of wilt bereiken?
    C. Ja, ik weet al helemaal wat ik wil gaan doen

    4. Als je aan de toekomst denkt, wat zie je dan voor je?
    D. Ik met mijn vriend zonder kinderen en allebei aan het werk

    5. Vind jij van jezelf dat je positief over de toekomst denkt?
    C. Ja, ik ben positief over de toekomst en denk dat ik later heel gelukkig ben

    6. Heb je in de toekomst een baan die je leuk vind of een baan die je alleen doet voor het geld?
    B. Ik heb later een baan die ik leuk vind én goed verdient

    7. Waar woon jij in de toekomst?
    A. Nog steeds in het dorp/stad waar ik nu woon
    of
    D. Ik weet niet ik zie het dan wel.

    8. Hoe leef jij in de toekomst
    A. Ik heb later mijn eigen stijl.

    9. Zie jij je moeder als je voorbeel in je leven.
    A. Zij is een geweldige vrouw maar ik doe het anders.

    LittleMockingjay
    Reageer

    Oké, aangezien dit al een jaar geleden gepost is is dit toch best nutteloos, maar goed:

    1. Hoe oud ben je? 12 jaar

    2. Denk je vaak aan de toekomst?
    —-a. Nee, ik denk nooit aan de toekomst
    —-b. Ja, soms maar meestal niet
    —-c. Ja, elke dag

    3. Weet je al wat je later wil gaan doen of wilt bereiken?
    —-a. Nee, ik heb nog helemaal geen idee
    —-b. Ja, een beetje maar dat is nog niet definitief
    —-c. Ja, ik weet al helemaal wat ik wil gaan doen (werken in een familiebedrijf,
    doorgaan in je sport/muziekinstrument enzovoorts.)

    4. Als je aan de toekomst denkt, wat zie je dan voor je?
    —-a. Groot gezin, man/vriend die werkt en ik in het huishouden
    —-b. Gemiddeld gezin, mijn man/vriend en ik allebei aan het werk
    —-c. Ik, een vrijgezelle hardwerkende vrouw met een carrière
    —-d. Ik met mijn vriend/man zonder kinderen en allebei aan het werk

    5. Vind jij van jezelf dat je positief over de toekomst denkt?
    —-a. Nee, integendeel. Ik word een beetje bang als ik eraan denk
    —-b. Ik ben niet positief en niet negatief: ik zie wel hoe het loopt
    —-c. Ja, ik ben positief over de toekomst en denk dat ik later heel gelukkig ben

    6. Heb je in de toekomst een baan die je leuk vind of een baan die je alleen doet voor het geld?
    —-a. Ik ben er van overtuigd dat ik later alleen een baan neem die ik leuk vind.
    —-b. Ik heb later een baan die ik leuk vind én goed verdient
    —-c. Ik heb later een baan alleen voor het geld

    7. Waar woon jij in de toekomst?
    —-a. Nog steeds in het dorp/stad waar ik nu woon
    —-b. Nog steeds in nederland maar een andere stad.
    —-c. Ik woon ik het buitenland.
    —-d. Ik weet niet ik zie het dan wel.

    8. Hoe leef jij in de toekomst
    —-a. Ik heb later mijn eigen stijl.
    —-b. Ik leef zoals mijn moeder nu leeft.
    —-c. Ik pas me aan aan mijn partner.
    —-d? Ik heb echt geen flauw idee!

    9. Zie jij je moeder als je voorbeel in je leven.
    —-a. Zij is een geweldige vrouw maar ik doe het anders. (nou ja.. geweldig? kan wel ietsje minder enthousiast ;p)
    —-b. Ik voed mijn kinderen op zo als mijn moeder dat met mij deed.
    —-c. Ik zie mijn moeder niet als mijn voorbeeld.

    Reageer

    1. Hoe oud ben je?15

    2. Denk je vaak aan de toekomst?
    —-a. Nee, ik denk nooit aan de toekomst
    —-b. Ja, soms maar meestal niet
    —-c. Ja, elke dag

    3. Weet je al wat je later wil gaan doen of wilt bereiken?
    —-a. Nee, ik heb nog helemaal geen idee
    —-b. Ja, een beetje maar dat is nog niet definitief
    —-c. Ja, ik weet al helemaal wat ik wil gaan doen (werken in een familiebedrijf,
    doorgaan in je sport/muziekinstrument enzovoorts.)

    4. Als je aan de toekomst denkt, wat zie je dan voor je?
    —-a. Groot gezin, man/vriend die werkt en ik in het huishouden
    —-b. Gemiddeld gezin, mijn man/vriend en ik allebei aan het werk
    —-c. Ik, een vrijgezelle hardwerkende vrouw met een carrière
    —-d. Ik met mijn vriend/man zonder kinderen en allebei aan het werk

    5. Vind jij van jezelf dat je positief over de toekomst denkt?
    —-a. Nee, integendeel. Ik word een beetje bang als ik eraan denk
    —-b. Ik ben niet positief en niet negatief: ik zie wel hoe het loopt
    —-c. Ja, ik ben positief over de toekomst en denk dat ik later heel gelukkig ben

    6. Heb je in de toekomst een baan die je leuk vind of een baan die je alleen doet voor het geld?
    —-a. Ik ben er van overtuigd dat ik later alleen een baan neem die ik leuk vind.
    —-b. Ik heb later een baan die ik leuk vind én goed verdient
    —-c. Ik heb later een baan alleen voor het geld

    7. Waar woon jij in de toekomst?
    —-a. Nog steeds in het dorp/stad waar ik nu woon
    —-b. Nog steeds in nederland maar een andere stad.
    —-c. Ik woon ik het buitenland.
    —-d. Ik weet niet ik zie het dan wel.

    8. Hoe leef jij in de toekomst
    —-a. Ik heb later mijn eigen stijl.
    —-b. Ik leef zoals mijn moeder nu leeft.
    —-c. Ik pas me aan aan mijn partner.

    9. Zie jij je moeder als je voorbeel in je leven.
    —-a. Zij is een geweldige vrouw maar ik doe het anders.
    —-b. Ik voed mijn kinderen op zo als mijn moeder dat met mij deed.
    —-c. Ik zie mijn moeder niet als mijn voorbeeld.

    KawaiiDesu
    Reageer

    1. Hoe oud ben je?
    15 jaar.

    2. Denk je vaak aan de toekomst?
    —-a. Nee, ik denk nooit aan de toekomst
    —-b. Ja, soms maar meestal niet

    —-c. Ja, elke dag

    3. Weet je al wat je later wil gaan doen of wilt bereiken?
    —-a. Nee, ik heb nog helemaal geen idee
    —-b. Ja, een beetje maar dat is nog niet definitief
    —-c. Ja, ik weet al helemaal wat ik wil gaan doen (werken in een familiebedrijf,
    doorgaan in je sport/muziekinstrument enzovoorts.)

    4. Als je aan de toekomst denkt, wat zie je dan voor je?
    —-a. Groot gezin, man/vriend die werkt en ik in het huishouden
    —-b. Gemiddeld gezin, mijn man/vriend en ik allebei aan het werk
    —-c. Ik, een vrijgezelle hardwerkende vrouw met een carrière
    —-d. Ik met mijn vriend/man zonder kinderen en allebei aan het werk

    5. Vind jij van jezelf dat je positief over de toekomst denkt?
    —-a. Nee, integendeel. Ik word een beetje bang als ik eraan denk

    —-b. Ik ben niet positief en niet negatief: ik zie wel hoe het loopt
    —-c. Ja, ik ben positief over de toekomst en denk dat ik later heel gelukkig ben

    6. Heb je in de toekomst een baan die je leuk vind of een baan die je alleen doet voor het geld?
    —-a. Ik ben er van overtuigd dat ik later alleen een baan neem die ik leuk vind.
    —-b. Ik heb later een baan die ik leuk vind én goed verdient
    —-c. Ik heb later een baan alleen voor het geld

    7. Waar woon jij in de toekomst?
    —-a. Nog steeds in het dorp/stad waar ik nu woon
    —-b. Nog steeds in nederland maar een andere stad.
    —-c. Ik woon ik het buitenland.
    —-d. Ik weet niet ik zie het dan wel.

    8. Hoe leef jij in de toekomst
    —-a. Ik heb later mijn eigen stijl.
    —-b. Ik leef zoals mijn moeder nu leeft.
    —-c. Ik pas me aan aan mijn partner.

    9. Zie jij je moeder als je voorbeel in je leven.
    —-a. Zij is een geweldige vrouw maar ik doe het anders.
    —-b. Ik voed mijn kinderen op zo als mijn moeder dat met mij deed.
    —-c. Ik zie mijn moeder niet als mijn voorbeeld.

    CelineDirectioner
    Reageer

    1. Hoe oud ben je?
    12 jaar
    2. Denk je vaak aan de toekomst?
    —-a. Nee, ik denk nooit aan de toekomst
    —-b. Ja, soms maar meestal niet—-c. Ja, elke dag

    3. Weet je al wat je later wil gaan doen of wilt bereiken?
    —-a. Nee, ik heb nog helemaal geen idee
    —-b. Ja, een beetje maar dat is nog niet definitief—-c. Ja, ik weet al helemaal wat ik wil gaan doen (werken in een familiebedrijf,
    doorgaan in je sport/muziekinstrument enzovoorts.)

    4. Als je aan de toekomst denkt, wat zie je dan voor je?
    —-a. Groot gezin, man/vriend die werkt en ik in het huishouden
    —-b. Gemiddeld gezin, mijn man/vriend en ik allebei aan het werk
    —-c. Ik, een vrijgezelle hardwerkende vrouw met een carrière
    —-d. Ik met mijn vriend/man zonder kinderen en allebei aan het werk

    5. Vind jij van jezelf dat je positief over de toekomst denkt?
    —-a. Nee, integendeel. Ik word een beetje bang als ik eraan denk
    —-b. Ik ben niet positief en niet negatief: ik zie wel hoe het loopt—-c. Ja, ik ben positief over de toekomst en denk dat ik later heel gelukkig ben

    6. Heb je in de toekomst een baan die je leuk vind of een baan die je alleen doet voor het geld?
    —-a. Ik ben er van overtuigd dat ik later alleen een baan neem die ik leuk vind.
    —-b. Ik heb later een baan die ik leuk vind én goed verdient—-c. Ik heb later een baan alleen voor het geld

    7. Waar woon jij in de toekomst?
    —-a. Nog steeds in het dorp/stad waar ik nu woon
    —-b. Nog steeds in nederland maar een andere stad.—-c. Ik woon ik het buitenland.
    —-d. Ik weet niet ik zie het dan wel.

    8. Hoe leef jij in de toekomst
    —-a. Ik heb later mijn eigen stijl–b. Ik leef zoals mijn moeder nu leeft.
    —-c. Ik pas me aan aan mijn partner.

    9. Zie jij je moeder als je voorbeel in je leven.
    —-a. Zij is een geweldige vrouw maar ik doe het anders.
    —-b. Ik voed mijn kinderen op zo als mijn moeder dat met mij deed.
    —-c. Ik zie mijn moeder niet als mijn voorbeeld.

    VampireQueen
    Reageer

    Dit topic is oud. Ik ga het archiveren maar zal even een nieuw vragenlijstje maken met zo’n beetje dezelfde vragen aangezien het wel leuk is om van elkaar te weten.

Reageer

Het forum ‘Archief’ is gesloten voor nieuwe onderwerpen en reacties.

21 jan 2011
0 / 22
21 jan 2011
4 okt 2012