Femme logo

Home / Forums / Overig / Onmogelijke liefde [verhaal]

Onmogelijke liefde [verhaal]

  • aangemaakt
    20 jan 2012
  • laatste reactie
    24 mrt 2012
  • 50
    reacties
  • 7
    gebruikers
  • Origineel gepost door Dreamrose
    Meest gepost door Dreamrose
    Laatste bericht van ArianaJoanGrande
Overig
  • Aanmaker
    Onderwerp

  • Dreamrose
    Bijdrager
    Dreamrose
    Reageer

    Eerst een klein stukje voorzichtig proberen om te kijken hoe jullie het vinden c:

    Onmogelijke Liefde.

    Langzaam open ik mijn ogen. Een bonkend gevoel achter mijn slaap houdt me gezelschap. Het enige wat ik zie is een witte muur. Ik weet niet waar ik ben. ‘Sterre’ hoor ik opeens een fluisterende stem. Ik probeer mijn gezicht langzaam te draaien. Ik sper mijn ogen een beetje verder open. Naast me zit een vrouw. Met tranen in haar ogen kijkt ze me aan. ‘Oh, Sterre je bent eindelijk wakker’ prevelt ze. Ik wil overeind komen maar iets houd me tegen. Verontwaardigt kijk ik naar mijn arm, er zit een infuus in.
    Wat is er gebeurd? Waarom ben ik hier? Allemaal gedachtes die door mijn hoofd spoken. Gedachtes waar ik de betekenis niet van weet. ‘Weet je nog wat er is gebeurd, Sterre?’ Boos kijk ik de vreemde vrouw aan. Wie is Sterre toch? Waarom noemt ze mij Sterre? ‘Moe’ is het enige wat uit mijn mond komt. Rusteloos val ik weer in slaap. Weg van hier, waar ‘hier’ dan ook mag wezen.

  • xxRosiee
    Reageer

    Ik vind het egt leuk en kbn benieuwd :D

    Vitani94
    Reageer

    Leuk begin

    Reageer

    Ja echt leuk.

    Dreamrose
    Reageer

    Als ik wakker wordt merk één ding, ik ben niet meer in die vreemde kamer. Slaap ik nog? Hard knijp ik in mijn arm, ik voel niets. Het is hier aangenaam rustig. In de verte hoor ik het stromen van water. Kan ik zo ver horen? Het tjirpen van de vogels en het waaien van de wind lijkt schitterende muziek te zijn. ‘Hallo?’. Van schrik draai ik me om. Achter me staat een jongen, ongeveer van vijftien jaar oud. Ik durf niets terug te zeggen, uit de angst dat ik fouten maak. De jongen trekt een scheve glimlach. ‘Je kent me niet hè?’ Even overweeg ik zijn woorden. Ik moet er zeker van zijn wat het betekend. Aarzelend schud ik nee. Triest kijkt hij me aan. ‘Het is allemaal mijn schuld’ prevelt hij. Nog steeds durf ik geen woorden te vormen met mijn lippen. Met een vastberaden blik kijkt hij op. Die blik herken ik wel! ‘Noah’ zeg ik eenvoudig. Hij lijkt te schrikken. ‘Nee, spreek mijn naam nooit meer uit. Sterre vergeet me. Wordt gewoon beter, voor mij.’

    Dreamrose
    Reageer

    Upje? (a)

    Vitani94
    Reageer

    Enge droom lijkt me dat voor d’r.

    xxRosiee
    Reageer

    Ik ben egt benieuwd wat er aan de hand is met haar :|

    Reageer

    Beetje vaag…

    Dreamrose
    Reageer

    Als ik weer wakker wordt voel ik mij een stuk beter. Die vreemde vrouw is weg. Een gevoel van verdriet overspoelt me. In een flits schiet me een woord door mijn hoofd. ‘Mama’ mijn stem galmt door de ruimte. Ik weet niet wat het inhoud, maar ik krijg er een warm gevoel bij. Ik denk dat die vreemde vrouw er wat mee te maken heeft.
    Mijn oog valt op een donkere gedaante achter in de kamer. ‘Doei’ zeg ik vriendelijk. Verschrikt deinst de gedaante achteruit. ‘Ik niet bijt hoor’ giechel ik.
    Langzaam komt de gedaante dichterbij. Zodra de gedaante in het licht stapt zie ik dat het een jongen is. ‘Weet je nog wie ik ben?’ Krampachtig denk ik na. Ik weet niets meer, ik weet niet eens wie ik ben. Met tranen in mijn ogen kijk ik hem aan. ‘Het is niet erg’ fluistert hij hees. ‘Weet iedereen dat je hier bent?’ vraag ik nieuwsgierig. De eerste zin die ik goed vorm. Aarzelend schud hij zijn hoofd. ‘Vertel het maar aan niemand’. De deur gaat open, voordat ik de vreemde jongen iets kan vragen is hij weg.
    ‘Hallo Sterre’ zegt de man in het witte pak vrolijk. ‘Goedemiddag’ groet ik vrolijk terug. Ik weet dat hij een dokter is. Ik zie de man bedenkelijk kijken. Haastig schrijft hij iets op zijn kladblok. ‘Sterre, het is nog vroeg. Wat zeg je dan als je elkaar ziet?’ Haastig zoek ik naar het woord in mijn hoofd. Ik weet dat het er is maar ik kan het niet vinden. ‘Gefeliciteerd’? Meteen nadat ik het uitgesproken had wist ik dat het een verkeerde woordkeuze was. De arts kijkt teleurgesteld. Met moeite slik ik even. Ik weet niet wat die blik betekend. Ik weet wel dat ik die blik nooit meer wil zien. ‘Nee Sterre, je zegt dan goedemorgen’.

    xxRosiee
    Reageer

    Hahaha, ik niet bijt hoor XD

    Vitani94
    Reageer

    Best wel zielig eigenlijk. Lijkt me vreselijk om zo’n klap op m’n kop te krijgen dat ik niet meer weet wie ik ben, wie mijn moeder is, wie de mensen in de kamer zijn en wat je wanneer zegt.

    Dreamrose
    Reageer

    Wat is er gebeurd? De vraag ligt op het puntje van mijn tong maar ik kan het niet uitspreken.
    Waarom lig ik hier toch? ‘Waarom?’ is het enige wat ik uit kan spreken. De man kijkt me een beetje vreemd aan. ‘Waarom? Daar is geen verklaring voor. Dat is wat men al jaren doet hier op aarde’. Zonder uitdrukking kijk ik hem aan. Mijn hoofd is leeg. Ik wil weg hier, ik wil slapen. Slapen voor altijd.
    ‘We gaan zo kijken of je zonder slangetje kan eten’. Mijn hand gaat automatisch naar mijn neus, waar ik inderdaad een slangetje voel zitten. Met afschuw kijk ik de vreemde man aan. ‘Sorry, je hebt in coma gelegen schat’. Ik wil van alles vragen. De zinnen vormen zich wel in mijn hoofd maar ik kan ze niet uitspreken. Opeens gil ik het uit van spanning. De dokter kijkt me verschrikt aan. Ik blijf door gillen, lang en hard. Ik gil alle frustratie uit mijn lichaam. Uitgeput en met een schorre stem val ik in slaap.

    Dreamrose
    Reageer

    Up

    Vitani94
    Reageer

    Vandaag weer een vervolgje? :).

    xxRosiee
    Reageer

    Ik ben egt benieuwd wat er dus al jaren word gedaan op die wereld :|

    Dreamrose
    Reageer

    ^ Sorry, daarmee bedoel ik uit dat vorige stukje mee van dat goedemorgen zeggen.

    Wss komt er na het eten nog een stukje :D

    xxRosiee
    Reageer

    Oh haha oke :)

    Dreamrose
    Reageer

    Als ik wakker wordt lig ik veel steviger vast. Ik merk dat ik ben vastgebonden. Naast me zit die vrouw weer te lezen. Trots omdat ik zelf het woordje zelf heb uitgevogeld roep ik haar. ‘Mama?’ . Ze kijkt verrast op. ‘Oh Sterre, ik wist het wel. Je wordt weer helemaal beter’. Ze drukt op een knopje boven op mijn bed. Na een paar minuten komt die vreemde arts weer binnen. Hij kijkt me chagrijnig aan. ‘Weer wakker?’ bromt hij. Beschaamd kijk ik hem aan. Ik zie dat hij krassen op zijn gezicht heb. ‘Sorry, ik heb…’ Ik kom niet op het laatste woordje. Vechtend probeer ik uit mijn woorden te komen. Verslagen zak ik neer in mijn kussens. ‘Het geeft niet, Sterre’. Hij klinkt al wat vriendelijker. ‘Zal ik een verpleegster vragen of ze je wilt helpen met douchen? Hij maakt een gebaar naar mama die vervolgens weg gaat. Douchen… Dat heeft met water te maken toch? Bevreemd kijk ik hem aan. Voorzichtig knik ik ja. Even later komt er een jonge vrouw binnen. Ze stelt zich voor als Eva. Ik besluit na een tijdje dat ze wel aardig is.
    Nadat ik er achter ben gekomen wat douchen is, zie ik de gedaante weer verschijnen. Ik heb hem niet horen binnenkomen. ‘Wie ben jij?’ zeg ik na een tijdje. Zinnen maken gaat steeds beter, het wordt rustiger in mijn hoofd. Weer kijkt hij me verschrikt aan. Na een tijdje pakt hij een stoel, hij komt naast mijn bed zitten. ‘Ik ben Noah’. In een flits ben ik terug in mijn droom, was dat ook Noah?

    Reageer

    Oeeeeeeh

    xxRosiee
    Reageer

    :)

    Dreamrose
    Reageer

    Ik heb hem niet horen binnenkomen. ‘Wie ben jij?’ zeg ik na een tijdje. Zinnen maken gaat steeds beter, het wordt rustiger in mijn hoofd. Weer kijkt hij me verschrikt aan. Na een tijdje pakt hij een stoel, hij komt naast mijn bed zitten. ‘Ik ben Noah’. In een flits ben ik terug in mijn droom, was dat ook Noah?

    Smekend kijk ik hem aan. Zou hij begrijpen dat ik niet durf te praten met hem? Noah knipoogt naar me. ‘Het komt allemaal wel goed met je’. Vastberaden knik ik. Vast wel, als ik de overige 15 jaar van mijn leven kan herinneren. Een pluk haar valt voor het gezicht van Noah. Als ik het goed wil zetten, deinst hij verschrikt achtertuit. ‘Raak me niet aan, Sterre’ fluistert hij hees. Teleurgesteld kijk ik hem aan. ‘Het spijt me, ik heb een cadeautje voor je. Het ligt op die stoel’ zegt hij terwijl hij naar de stoel naast me wijst. Als ik me voorzichtig omdraai om het te pakken is hij weg. Met trillende handen maak ik het open. Het is een schetsblok. Op de eerste bladzijde staat een prachtige tekening van mij op een paard. Herinneringen schieten me te binnen. Dat was mijn paard! Één puzzelstukje van mijn leven weet ik nu. Één van de duizenden. Moedeloos sla ik het op in mijn gedachten.

    Dreamrose
    Reageer

    Upje

    Vitani94
    Reageer

    Zou ze nog al die andere puzzelstukjes vinden?

    xxRosiee
    Reageer

    @Vitani94 wrote:

    Zou ze nog al die andere puzzelstukjes vinden?

    Ik denk het wel :) Ik denk dat er een moment komt wanneer ze ineens alles weer weet

    Dreamrose
    Reageer

    ‘Hoe gaat het vandaag met je?’ Peinzend kijk ik mijn moeder aan. ‘Wel goed’. Ze lacht trots als ze hoort dat ik al korte zinnen vorm. Ik vertel er niet bij dat ik elke dag oefen met Noah. Ik droom elke dag over Noah, spannende dromen. En elke keer als ik zie, voel ik kriebels in mijn buik. Noah zegt dat het liefde heet. Ik weet niet precies wat liefde is, maar ik vind het geweldig! Mijn moeder kijkt zenuwachtig naar de deur. ‘Uh, ik heb een verassing voor je’. Nieuwsgierig kijk ik haar aan. Op dat moment komt er een meisje van mijn leeftijd binnen. Met tranen in mijn ogen staart ze me aan. ‘Oh Sterre, ik heb je zo gemist’ fluistert ze in mijn oor. Niet begrijpend kijk ik haar aan. Wie is zij? Het meisje kijkt diep in mijn ogen. ‘Je weet niet meer wie ik ben hè?’ zegt ze met een schorre stem. Beschaamd sla ik mijn ogen neer. ‘Ik laat jullie even alleen’ zegt mijn moeder met pijn in haar ogen. Zachtjes drukt het meisje een cadeautje in mijn handen. Gretig pak ik het uit. Even staar ik naar het fotolijstje. Wie geeft er nou een foto cadeau? Teleurgesteld draai ik de foto om. Ik zie mezelf lachend erop staan. Ik weet wanneer deze is gemaakt, dit moest op haar verjaardag zijn. Meteen herinner ik me haar naam. ‘Femke’ prevel ik. Hartverscheurend begin ik te huilen, en Femke huilt mee.
    Nadat we uren hebben gepraat zegt de verpleegster dat het voor vandaag genoeg is geweest. Ik ben vandaag veel over mezelf te weten gekomen. Beetje bij beetje wordt de puzzel ingevuld. Als ik net de foto opzij wil liggen valt mijn oog op Noah. Hoe komt hij toch steeds buiten de bezoektijden binnen? ‘Hè schoonheid!’ groet hij. ‘Zin in een ritje? Boos kijk ik hem aan. Vindt hij zich zelf grappig? Ik kan mezelf niet eens douchen, laat staan lopen. Alsof hij mijn gedachten kan lezen wijst hij op de rolstoel. ‘Kom op ik duw je wel’. Argwanend blijf ik hem aankijken. Zonder op een antwoord te wachten tilt hij me van het bed. Voorzichtig zet hij me in de rolstoel. ‘Waar naar toe?’ vraag ik hakkelend. ‘Zul je wel zien’.

    Trouwens, als jullie mijn schrijfstijl vergelijken met mijn 1e verhaal op de vlucht,
    vinden jullie dan dat ik vooruit ben gegaan? Of hetzelfde?

    xxRosiee
    Reageer

    Ik denk dat je er wel op vooruit bent gegaan :) Je schrijft nu heel mooi gedetailleerd :)

    Vitani94
    Reageer

    Op de vlucht was een stuk lastiger om te lezen omdat je daar toch minder/andere informatie gaf. Nu is het een stuk duidelijker geschreven :).

    Dreamrose
    Reageer

    Sorry, klein stukje heb het momenteel nogal druk.

    Argwanend blijf ik hem aankijken. Zonder op een antwoord te wachten tilt hij me van het bed. Voorzichtig zet hij me in de rolstoel. ‘Waar naar toe?’ vraag ik hakkelend. ‘Zul je wel zien’.
    De ijs koude wind stroomt door mijn haren. Met bewondering kijk ik naar de inktzwarte lucht. Noah heeft me verteld dat het sterren zijn. Ik herken het woord wel. ‘Ik had je niet hier mee naar toe moeten nemen. Je hebt het koud’ zegt hij. ‘Gaat wel’ zeg ik bibberend. ‘Nee joh, je trilt helemaal maar je hebt het niet koud? Kom hier’. Gelukkig realiseert Noah zeg op tijd dat ik me niet kan verroeren. Rustig tilt hij me op en zet hij me op zijn schoot neer. ‘Zo, dit is beter’. Zuchtend staar ik naar de sterren. Eindelijk een moment rust, een fijn moment met Noah. Wat er ook gebeurd is, ik ben gelukkig.

    xxRosiee
    Reageer

    Wat lief! :)

    Vitani94
    Reageer

    Doet hij nou eigenlijk zo lief omdat hij van haar houdt of heeft hij een enorm schuldgevoel?

    Dreamrose
    Reageer

    ‘Zullen we vandaag beginnen met leren lopen?’ vraagt Eva. Enthousiast knik ik. Ik ben de laatste weken erg vooruit gegaan. Ik kan nu hele zinnen vormen. Weliswaar langzaam, maar ik kan het wel. Mede dankzij Noah. Hij is alles voor me. Jammer dat mama nooit naar hem vraagt, zoals ze naar Femke doet. Het liefste wil ik mama alles vragen over Noah, maar ik durf niet zo goed. Steeds als ik er over wil beginnen krijg ik een onheilspelend gevoel, en weet ik de woorden niet meer.
    Eva helpt me uit bed. Ik plof neer op de rolstoel en wordt naar de gymzaal gereden. Er staan gelukkig twee balken waar ik op kan leunen. Met alle kracht in mijn lichaam druk ik uit de stoel. ‘Ik voel mijn benen niet meer’ piep ik angstig. De dokter die er bijstaat knikt bedachtzaam. ‘Dat dacht ik al’ mompelt hij. ‘Kom op probeer het nog is, Sterre’ zegt hij vriendelijk. Voorzichtig leun ik op de balken. In de hoek zie ik Noah staan. Op dat moment verlies ik mijn controle. De grond zakt weg onder mijn voeten, en ik val achterover.

    Vitani94
    Reageer

    Schrikt ze zo erg?

    xxRosiee
    Reageer

    Wanneer komt er weer een nieuw stukje? :)

    Dreamrose
    Reageer

    Sorry, ben een tijd lang ziek geweest.
    Voel me nu nog niet 100% maar, ik moest gewoon schrijven.

    ‘Kom op probeer het nog is, Sterre’ zegt hij vriendelijk. Voorzichtig leun ik op de balken. In de hoek zie ik Noah staan. Op dat moment verlies ik mijn controle. De grond zakt weg onder mijn voeten, en ik val achterover.

    ‘Sterre? Sterre? Hallo, Wakker worden!’ Ik hoor de stemmen vaag in de verte. Mijn oogleden zijn te zwaar om te openen. En eigenlijk lig ik wel lekker. ‘Sterre, kom op. Ik weet dat je ons hoort’ bromt de arts. Hé verdorie, waarom heeft hij me ook altijd door? Met een zucht open ik mijn ogen. Eva helpt me om terug in de rolstoel te komen. ‘Wat is er gebeurd?’ vraagt ze. Verbaasd kijk ik om me heen. Zagen ze dan niet van wie ik schrok? Hebben ze niets gemerkt? ‘Zagen jullie hem niet?’ breng ik uit. ‘Wie?’ vragen de arts en Eva tegelijk. ‘Noah, opeens stond hij daar!’ Eva kijkt met een veelbetekende blik naar de arts. ‘Schat, Noah is dood.’

    xxRosiee
    Reageer

    :O

    Dreamrose
    Reageer

    Ongeloofwaardig kijk ik hem aan. ‘Niet’ zeg ik koppig. ‘Ik zag hem nog staan, hij is heel vaak op bezoek geweest! Zeg me dat het niet waar is’. Eva kijkt mij aan met tranen in haar ogen. ‘De spijt me’. Ik weet niet wat er met me gebeurd. Ook al kon ik net haast niet op me benen staan ren ik weg uit mijn rolstoel. Ik besef niet eens dat ik weer kan lopen. Een paar meter voor me kamer zak ik in. Het kan niet, Noah is niet dood. Heb ik me hem verbeeld? En al die mooie momenten dan? Waren die nep? Zoveel vragen die in mijn hoofd rond spoken. In mijn hoofd is het zwart, vol van duisternis. Als Noah niet bestaat wil ik ook niet leven. Plots besef ik pas echt de betekenis van de arts zijn woorden. Noah is dood. Ik heb zijn geest gezien. Al die tijd was hij een geest. Al die tijd heeft hij tegen me gelogen. Ik barst in huilen uit. Eenzaam, op de koude ziekenhuis vloer.

    Vitani94
    Reageer

    Hersenen zijn vreemde dingen.

    Dreamrose
    Reageer

    Ben aardig lang ziek geweest..
    Ik probeer nu weer regelmatig een stukje te gaan schrijven.

    Noah is dood. Ik heb zijn geest gezien. Al die tijd was hij een geest. Al die tijd heeft hij tegen me gelogen. Ik barst in huilen uit. Eenzaam, op de koude ziekenhuis vloer.

    Starend kijk ik voor me uit. Met een lege blik kijk ik naar de witte muur. ‘Laat me het uitleggen’ smeekt Noah. Ik kijk demonstatief de andere kant op. Ik wil niet met hem praten, ik kan het niet. Niet nu. Hij is dood. Ik was verdomme verliefd op hem, verliefd op een geest. ‘Niet praten jou.’ Uit frustratie lukt het me niet om een hele zin te vormen. Noah pakt me beet bij mijn polsen. ‘Kijk me aan’ woest schud ik mijn hoofd. ‘Ik kan het uitleggen’ protesteert hij zwak. Noah heeft nog steeds mijn polsen vast als hij op mijn bed komt zitten.

    ‘Dopo queste parole cadone in un sonno profondo. Lo prendo te, di nuovo al mio passato. Il tu passato.

    Verbaasd kijk ik hem aan. Hij heeft me nooit verteld dat hij Italiaans sprak? Niemand heeft mij ooit verteld dat ik Italiaans sprak! Ik heb woord voor woord verstaan. We hebben toch geen Italiaans op school? Ik laat de betekenis van de woorden tot me door dringen. Op dat moment begint de kamer te draaien. Zwak laat ik me in mijn bed zakken, te moe om te protesteren.

    Als ik wakker wordt, merk ik één ding. Ik sta niet op de grond. Angstig kijk ik naar beneden. Noah slaat een hand voor mijn mond. ‘Niet gillen’ fluistert hij. Boos kijk ik hem aan. ‘Alsof ik zou gillen’ lieg ik. Gillen was precies mijn plan. ‘Dit is een dag uit het verleden. 21 maart 1997 om precies te zijn.’
    Nieuwsgierig kijk ik naar beneden. Ik zie een meisje eenzaam aan de rand van een rivier zitten, met haar benen in het water. Ben ik dat? Maar ik lijk even oud… 21 maart, Dat is mijn geboortedag! Hoe kan dat?
    Een jongen -ik denk Noah- loopt naar mijn andere ‘ik’ toe. ‘Sterre, ik wil niet dat je gaat’. ‘Ik moet’ fluistert mijn andere ik. ‘Ik ben uitverkorene’. Smekend kijkt hij mij aan. ‘We kunnen samen blijven, een leven opbouwen’. Woest duw ik zijn hand weg die hij op mijn schouder slaat. Mijn oude ik verkromt haar lichaam. In één moeiteloze beweging verschijnen er opeens twee vleugels uit haar schouderbladen. Vol ongeloof kijk ik het tafereel aan.

    Vitani94
    Reageer

    Dit doet me denken aan je andere verhaal

    xxRosiee
    Reageer

    @Vitani94 wrote:

    Dit doet me denken aan je andere verhaal

    Jaa mij ook wel c:

    Dreamrose
    Reageer

    Oeps, ben dus héééél lang niet op het gf geweest. Daarom ff een update =)

    ‘Je bent een engel?!’ schreeuw ik. Noah legt zijn vingers op mijn lippen. ‘Ik leg het uit, maar alsjeblieft schreeuw niet zo. Iedereen kan je horen’. Meteen ben ik stil, natuurlijk wil ik alles weten! Aarzelend begint Noah te vertellen. ‘Alle mensen van de aarde met een zuivere ziel gaan naar wat jullie de hemel noemen. Wij hebben in de hemel gewoon een leven opgebouwd. Je hebt alles wat je op de aarde ook hebt.’ ‘Huh, maar als ik ook een engel ben waarom ben ik nu dan gewoon een mens?’ onderbreek ik hem. ‘Als je me nou even niet onderbreekt..’. Noah vervolgt zijn verhaal. ‘In de hemel kwam je binnen met de naam Sterre. Je was lief… behulpzaam… en eigenwijs. Op een drukke chaotische dag ging het mis met de archieven van de hemel. Perongeluk werden er mensen met een onzuivere ziel toegelaten naar de aarde. Mensen die in hun vorig leven een strafblad hadden. Ze hadden nog de krachten van een demon. Er was maar één manier om ze te stoppen. Iemand moest naar de aarde gaan, als baby. De kracht van een engel zou genoeg zijn om alle demonen terug te sturen. Alleen de engel zou het niet overleven.’ Met grote ogen kijk ik hem aan. Heeft hij het over mij?! Heb ik mezelf geofferd om naar de aarde te gaan? En waarom leef ik dan nog? Dat is ook de eerste vraag die ik stel als ik mijn gedachtes weer op orde heb. ‘Er is iets mis gegaan, iets heel erg mis.’

    Dreamrose
    Reageer

    Bang kijk ik Noah aan. ‘Mag ik dan nu eindelijk weten wat er gebeurd is?’ Met zijn ogen vol spijt schudt hij nee.
    ‘Dat weet niemand, alleen jij weet het.’
    Mijn hoofd zit nog vol vragen. ‘Hoe kan het dat jij een geest bent?’.
    ‘Ik ben gestuurd om jou in de gaten te houden. Ik volg je al je hele leven’.
    Er gaat een rilling door me heen. Het gevoel dat ik nooit privacy heb gehad is verschrikkelijk. Ik herinner me opeens dat ik altijd een aanwezigheid heb gevoeld. ‘Waarom jij?’
    Noah slaat zijn ogen neer. ‘We zouden gaan trouwen, totdat jij besloot dat je weg ging.’
    Met een gevoel van spijt kijk ik hem aan. ‘Ik wil het goed maken.’ Even zie ik een donkere blik in zijn ogen. ‘Engelen hebben een speciale manier voor vergeven. Lees dit boekje maar’. Noah gooit een boekje naar me toe en verdwijnt. Ik slik even als ik het boekje open maak. Een steen ligt op mijn borst. Een steen die steeds zwaarder gaat wegen terwijl ik het boekje lees. Een ongeschreven wet voor engelen zegt dat je zijn vertrouwen moet winnen, wat me nogal logisch lijkt. Alleen de manier hoe is een ander verhaal. Als ik ‘ja’ zeg zal ik hem moeten gehoorzamen. Niet op de manier dat ik een slaaf voor hem ben. Maar hij kan wel bepalen waar ik naar toe ga en met wie. Zo kan hij voorkomen dat ik weer terug naar de aarde ga.
    Een beangstigde gedachte komt bij me op. Wat gebeurd er met mijn lichaam als ik terug naar de hemel ga?
    ‘Geen zorgen daarom. Een demon met een gezuiverde ziel krijgt jouw lichaam.’ Zegt Noah als hij weer verschijnt.
    Verbaasd kijk ik op.
    ‘Ja, ik kan gedachten lezen’ zegt Noah een beetje beschaamd. ‘Wat is je antwoord?’
    Meteen ben ik weer terug bij het boekje. ‘Ja’ fluister ik.
    Noah glimlacht blij ‘Morgen als je wakker wordt ben je weer terug, bij mij’.

    Vitani94
    Reageer

    Wat ingewikkeld allemaal

    xxRosiee
    Reageer

    Ik ben wel benieuwd geworden (:

    Blue.
    Reageer

    Ik oook, heb het net allemaal doorgelezen en wil echt weten wat er gebeurt! :)

    Dreamrose
    Reageer

    Een lang stukje. Voor de liefhebbers.
    En omdat ik lang niets gepost heb xd.

    Als ik mijn ogen open voel ik een gloed langs mijn lichaam. Verdwaasd kijk ik om me heen. Ik ben in een lichtblauwe kamer, de ruimte is gigantisch. Op het bed waar ik in lig, een tweepersoons bed, liggen kussens in allerlei kleuren. De ruimte bevat 3 ramen. Het uizicht is waanzinnig mooi. Mijn raam kijkt uit op een strand, met diepblauw water.
    ‘Ben je eindelijk wakker prinses?’.
    Ik schrik van Noah die binnenkomt. Nu weet ik dat Noah levend is, nou ja een engel. Ik besef dat ik ook een engel ben. Een gevoel van nieuwsgierigheid overvalt me. Ik wil zo graag mijn nieuwe leven gaan verkennen. Het leven moet heerlijk zijn.
    ‘Zeg, je bent pas ziek geweest. Ga je terug naar bed?’ vraagt Noah.
    Meteen verandert het nieuwsgierige gevoel in een onheilspeilend gevoel. Mijn lichaam gaat op automatisch piloot naar het bed toe. Oh ja, ik moest hem gehoorzamen.
    ‘Voor hoelang moet ik eigenlijk doen wat jij zegt?’ vraag ik met een trillende stem.
    Noah kijkt peinzend uit het raam. Alsof hij zijn woorden goed overweegt voordat hij ze uitspreekt.
    ‘Totdat ik het je vergeven heb. En neem maar van mij aan, dat kan lang gaan duren.’
    Ik schrik van de klank in zijn stem. Hij klinkt zo streng.
    ‘Schat, ik moet je wat bekennen.’ Zegt Noah grijnzend.
    ‘W w wat dan?’ stotter ik. Noah heeft een arrogante blik in zijn ogen. Het lijkt net of zijn ogen met de minuut donkerder worden.
    ‘Ik ben Noah niet,’ fluistert hij hees. Terwijl hij dat zegt veranderd zijn uiterlijk. Zijn mooie blonde haar word zwart, zijn gezicht veranderd.
    ‘Oh my god, Stefano?’ fluister ik bang. Als ik zijn naam uitspreek weet ik zeker dat het Stefano is. Hij is een van de vele demonen die terug is gestuurd naar de aarde. Het feit dat ik niet dood ben is dat hij nog leeft. Ik besef hoe erg ik in de problemen zit. Hij kan alles met me doen, en ik moet gehoorzamen.
    ‘Dat klopt meisje, dat klopt.’ Stefano gaat op het voeteinde van mijn bed zitten. ‘Ik ga de aarde overnemen, en daar ga jij me bij helpen. Maar eerst wil ik een ontbijtje, snel graag.’
    Mijn lichaam komt automatisch overeind. Al wil mijn geest iets anders, ik moet gehoorzamen.

    Noah
    Verrekt, wat doet dat pijn zeg. Met een grimas kijk ik naar mijn spiegelbeeld. Dat lelijke zwarte haar… met een lijkbleek gezicht. Het past gewoon niet bij mij. Ik mis mijn eigen lichaam, zo erg dat het pijn doet. Wat nog veel meer pijn doet zijn mijn zorgen om Sterre. Ik hoop niet dat ze in die smerige trucjes van die freak trapt. Ik kan het niet uitstaan. Dat ik in zijn valse plannen ben getrapt! Ik, degene die uitgerekend normaal zo voorzichtig is.
    Ik moet hier weg kunnen. Weg uit deze smerige kelder. De krachten van een demon zijn sterker dan die van een engel. Maar toch, er hoeft maar één manier te zijn. Één manier om hier weg te komen.
    Ik zie dat levenloze lichaam van Sterre nog steeds voor me. In de vijftien jaar zouden alle demonen dood zijn… Hoe is het Stefano in hemelsnaam gelukt om zo dicht bij Sterre te komen?
    Wat is er nu met Sterre gebeurd? Zou ze al dood zijn?
    Al die duizenden vragen malen door mijn hoofd. Als hij Sterre maar met rust laat.
    Ik ben niet echt boos op Sterre. Al vind ik dat ze nooit had moeten gaan. Ze was altijd al iemand die voor iedereen klaar stond. Dat ze zelf dood eraan zou gaan kon haar niets schelen.
    Er is maar één manier hoe ik hier uit kan komen. Een manier die eigenlijk verboden is, maar het moet. Het moet, voor Sterre.
    Ik moet mijn krachten gebruiken op aarde. Misschien dat ik ze kwijt raak, maar dat kan me niets schelen. Hopelijk is het nog niet te laat voor Sterre. ‘Laat Sterre nog leven,’ prevel ik.
    ‘Spezzerò queste mura, questa mura sto rompendo NOW!’ schreeuw ik.
    Het huis begint te kraken. De muren beginnen te bewegen. Alle spullen die op een oude boekenplank staan vallen eraf. Even denk ik dat het mislukt is, dat ik inderdaad mijn krachten kwijt ben. Gelukkig zijn de muren al snel weg, zodat er een doorgang is naar buiten.
    Dus, als ik een demon was… Waar zou ik Sterre dan laten? Stefano wil alleen maar macht. Het kan hem niets schelen wat er daarna met Sterre gebeurd, de klootzak. Mijn haat voor hem is zo intens. Hij moet voorgoed verbannen worden naar de hel.
    Zuchtend kijk ik naar de ring om mijn vinger, mijn trouwring. Ik ben al die jaren zo boos geweest op Sterre. Nou ja, niet echt boos. Ik denk dat ik vooral teleurgesteld was. Terwijl ik misschien in haar plaats wel hetzelfde had gedaan.
    Verlangend kijk ik terug naar ons huis, terug naar de hemel. Oh natuurlijk! De hemel! Dat ik daar niet eerder aan heb gedacht. Maar eerst, voordat ik naar de hemel ga, moet ik eerst hulp regelen. Geen hulp van een engel, nee. Hulp van een mens.

    ‘Kom op, geloof me. Alsjeblieft?’ smeek ik.
    Hulpeloos kijkt het meisje voor me op. ‘Ik ken je niet.’
    ‘Je hebt altijd mijn aanwezigheid gevoeld. Ik zag het aan je. Doe het voor Sterre.’
    ‘Sterre is inderdaad de laatste tijd anders… afwezig,’ klinkt ze onzeker.
    Triomfantelijk kijk ik haar aan.
    ‘Oke ik doe het!’.
    ‘Geweldig, bedankt. Echt bedankt, Femke.’

    Sterre
    Angstig zit ik in een stoel. Zo’n mooie schommelstoel. Eentje die ik vroeger al wou hebben. Als ik niet zo bang was, zou ik hier echt van genieten. Dit mooie uitzicht, het zonnetje dat via de ramen op mijn gezicht schijnt. Het is prachtig weer. Buiten zie ik kleine kinderen spelen met hun ouders. Gillend van plezier weg duiken in de golfen. Ik kan ze zelfs horen. Ik kan er niet van genieten. Ik zit gevangen, gevangen in mijn eigen lichaam.
    ‘Waar denk je aan, schatje?’ lispelt Stefano gemeen.
    Een rilling schiet door mijn lichaam. Ik haat hem. Vroeger heb ik al eerder ruzie met hem gehad. Noah was net op tijd om me te redden van een gevecht. Noah, alleen al als ik aan hem denk gaat er een golf van spijt door me heen. Als ik naar hem geluisterd had was dit niet gebeurd. Ik voel me zo schuldig. Als hij nog maar leeft…
    Stefano verwacht blijkbaar geen antwoord. Zijn bevel komt onmiddellijk.
    ‘Ga jij boodschappen doen? En denk eraan, ik houd je in de gaten. Geen rare streken’ blaft hij.

    Schichtig loop ik door de winkel heen. Het liefste zou ik iedereen om hulp vragen. Maar het kan niet, angst houdt me tegen. Ik ben zo bang voor hem… In de afgelopen dagen heb ik nauwelijks te eten gekregen. Ik merk het nu al aan mijn kleding, het zit te wijd.
    Het is rustig in de supermarkt. De enige andere mensen zijn Noah en Femke.
    Twijfelend loop ik door, moest hij nou volkoren bruin hebben? Of normale?
    Nu pas realiseer ik me wie ik heb gezien. Noah en Femke, zijn ze het echt? Huilend wil ik naar hen toe rennen. Als ik één stap verzet begint alles te draaien.
    Het lijkt of ik in een zwart ben terecht gekomen. Dan word het zwart voor mijn ogen. Pikzwart.

    Noah
    ‘Jawel, dat was haar wel!’
    Vol ongeloof kijk ik Femke aan. Was ik maar op een paar meter afstand verwijderd van Sterre?
    Klootzak die ik ben! Waarom riep ze ons niet?
    Het belangrijkste dringt tot me door. Sterre leeft nog! Stefano heeft haar dus niet vermoord.
    Een gevoel van opluchting gaat door me heen. Misschien komt alles toch nog goed.
    ‘Dus, wat is het plan?’ vraagt Femke.
    Vol trots kijk ik haar aan. Ze past zich snel aan, aan deze wereld. Gelukkig maar, het was een stuk moeilijker geweest zonder haar.
    ‘Ik denk dat we eerst naar mijn oude huis moeten gaan. Om te kijken of we een spoor kunnen vinden. Misschien is er niets aan de hand en is ze daar gewoon.’
    ‘Het huis waar jij met Sterre heb gewoond? Wat leuk! Dat wil ik graag zien. Jullie passen zó goed bij elkaar. Sterre had op de aarde nooit een vriendje, dat vond ik toen al raar.’ Ratelt Femke enthousiast.
    ‘Niet zo snel,’ grinnik ik. ‘Ik kan je amper volgen.’
    ‘Sorry, dat doe ik altijd als ik opgewonden ben. Dan praat ik over allemaal onnuttige dingen. Mijn moeder zei altijd’ Femke had abrupt op als ze mijn geamuseerde blik ziet. ‘Sorry, ik deed het weer hè? Is dit het huis?’
    ‘Ja,’ mompel ik. Ik maak de deur krakend open. Dan slaat de schrik op mijn hart. Alles ligt overhoop. Echt alles. Ik schrik nog meer van alle scherven die hier liggen. Alle foto’s van mij en Sterre zijn verwoest.
    ‘Stefano,’ sis ik.
    ‘Is dat die jongen die Sterre gevangen houd?’ vraagt Femke nieuwsgierig.
    ‘Als Sterre nog leeft’ zeg ik voorzichtig.
    Meteen zie ik alle kleur uit Femke haar gezicht wegtrekken.
    ‘Denk je dat hij haar vermoord heeft? We moeten meteen naar zijn huis!’
    Er stromen tranen over Femke haar wangen. Voorzichtig veeg ik ze weg met mijn mouw.
    ‘We kunnen niet zomaar naar zijn huis gaan. Dat is te gevaarlijk. Bovendien als ik ga, ga ik alleen. Het is veel te gevaarlijk voor jou. We kunnen ze misschien eerst beter bespioneren. Ik denk niet dat ze dood is. Als jij overtuigd bent dat zij het was in de winkel’.
    ‘Wat denk jij? Ik ga wel mee. Accepteer het maar want ik verander niet van gedachten. Bovendien als het te gevaarlijk is, waarom nam je me mee naar de hemel? Ik ben hier toch met een rede?
    Even denk ik na over hoe ik het ga zeggen. Als ze maar niet bang word…
    ‘Misschien ben ik mijn krachten kwijt’ aarzel ik.
    ‘Wat?!’ gilt Femke. ‘Maar dan zijn we alle twee verloren. Hoe kan ik het nou opnemen tegen een demon? Dat gaat me nooit lukken.’ Schreeuwt Femke helemaal in paniek.
    ‘Jij bent een afleidingsmanoeuvre’.

    Sterre
    Moeizaam word ik wakker.
    Meteen wil ik weer in slaap vallen. Alles draait en een bonkend gevoel achter mijn slaap houd mij gezelschap.
    Alles doet pijn. Dit is het allemaal niet waard. Ik moet er een eind aan maken.
    Zonder mij kan Stefano niets. Ik vraag me af wat de snelste manier is. Het liefst een manier die geen pijn doet.
    Mij lijkt een overdosis het beste. Maar als ik goed over die optie nadenk weet ik dat het onmogelijk is.
    Stefano laat me nooit in de buurt van die pillen komen.
    ‘Je bent wakker, schat’ grijst Stefano.
    Ik word misselijk van die grijns. Ik word misselijk van zijn aanwezigheid. Razendsnel bedenk ik een plan. Het is het beste als ik meewerk. Het beste voor mijzelf. Maar niet het beste voor de wereld.
    Al die arme mensen op de aarde… Arme Femke.
    Ik mis Femke zo erg dat het pijn doet. Zij heeft niet eens gemerkt dat ik weg ben. Die andere Sterre is goed genoeg.
    ‘Ga je even douchen?’ vraagt Stefano.
    Eigenlijk is het niet eens een vraag. Ik moet toch gehoorzamen. Zo een erg bevel vind ik dit niet. Ik vind het wel lekker om even te douchen.
    Langzaam kleed ik me uit. Gelukkig laat Stefano me alleen. Huiverend stap ik snel de douche in. Langzaam wacht ik tot het water warm word. En ik wacht…
    Na een kwartier begin ik door te krijgen dat er geen warm water komt. Rillend stap ik onder de douche, die ijs en ijskoud is.
    Als ik even later in de spiegel kijk zie ik dat mijn lippen zelfs blauw zijn geworden door de kou.
    Aangekleed in een simpel zomerjurkje stap ik de huiskamer weer in.
    ‘Was het lekker?’.
    Ik hoor de ironie in zijn stem, en ik kijk hem boos aan.
    ‘Oh sorry, ben ik vergeten om het warme water aan te zetten?’
    Er klinkt een spottende toon in zijn stem.
    ‘Wacht maar, Noah komt me wel halen.’
    ‘Oh ja, dat lieve vriendje van je. Daar heb ik al mee afgerekend hoor.’

    Vitani94
    Reageer

    Spannend

    eenmeisjeanoniem
    Reageer

    oewhh!

    xxRosiee
    Reageer

    Leuk :)

    ArianaJoanGrande
    Reageer

    Ga je verder?? Kun je het inkorten in ben ONGEDULDIG HAHAH

Reageer

Je moet ingelogd zijn om een reactie op dit onderwerp te kunnen geven.

20 jan 2012
0 / 50
20 jan 2012
24 mrt 2012